Godehardus van Hildesheim (960 – 4 mei 1038) was een Duitse bisschop die als heilige vereerd wordt. Hij werd in 990 een Benedictijner monnik in Niederaltaich. In 993 werd Godehard gewijd tot priester. Godehard werd op 2 december 1022 bisschop van Hildesheim op 2 december 1022 door Aribo, aartsbisschop van Mainz. Gedurende de vijftien jaar van zijn episcopaat verdiende Godehard het respect van de geestelijkheid en gaf hij de opdracht voor de bouw van zo'n dertig kerken. Ondanks zijn hoge leeftijd bleef hij de rechten van het bisdom fel verdedigen. Na een kort ziekbed, stierf hij op 4 mei 1038. Hij geldt als beschermheilige voor reizende handelaren en wordt aangeroepen tegen koorts, waterzucht, kinderziekten, hagelstenen en jicht.